Geschiedenis

Hoe Ouddorp ontstaan is, dat is niet helemaal duidelijk. Vermoedelijk zijn de stenen van de hervormde kerk uit 1348 afkomstig van een veel oudere kerk. Het is waarschijnlijk dat het dorp al in het jaar 900 bestond, daarmee is Ouddorp het oudste dorp van Goeree-Overflakkee. Rond 1594 is er in Ouddorp sprake van een ‘Nederduitsch hervormde gemeente’. De dorpskerk heeft als patroonheilige Sint-Maarten. Op dit moment zijn er in Ouddorp een zestal kerkgenootschappen.

De Gemeente Ouddorp werd gevormd uit een viertal heerlijkheden, namelijk namelijk Oudeland, Oude Nieuwland, West Nieuwland en Ouden Oostdijk.

Ouddorp had vroeger een aantal mooie buitenplaatsen en boerderijen. Veel hiervan zijn helaas gesloopt, zoals onder meer De Hofdijk, De Klepperstee, Heijburg, en Rustburg. Een aantal andere bestaan echter nog steeds: ’t Blaeuwe Huus aan de Bosweg (1659), Vissershoek aan de Westnieuwlandseweg (1675), de Ridderstee aan de Westerweg (1786), Zeezicht aan de Oostdijkseweg (1672), en Huis de Klarebeek aan de Klarebeekweg (1659).

Ouddorp lag op het eiland ‘Westvoorn’ (Goeree), dit lag in die tijd een flink stuk op zee en had daarom ook veel te lijden van de bedreigingen van de Noordzee. In het midden van de 18e eeuw was de situatie zo erg geworden, dat de kosten voor de zeeweringen van een aantal polders door de Staten van Holland overgenomen werd. Ondanks alle inspanningen moest er in het begin van de 18e eeuw nogmaals ongeveer 50 ha. buitengedijkt worden. Door middel van paalhoofden probeerde men de uitschurende werking van het water tegen te gaan en wat slik voor de dijk aan te laten slibben. Dit lukte niet en in 1723 besloot men zelfs een inlaag van 35 ha. ineens van de polder het Oudeland af te snijden. Hierdoor ontstond de polder Preekhil, die tegen alle verwachting in toch nog behouden kon blijven.

Wapen van Ouddorp

Het wapen is een samenvoeging van de wapens van de vier heerlijkheden, die samen de gemeente vormden, namelijk Oudeland (de burcht met de ruiter; het eigenlijke wapen van Ouddorp), Oude Nieuwland (de bogen), West Nieuwland (de papegaai) en Ouden Oostdijk (het kasteel). Deze vier wapens worden als heerlijkheidswapens genoemd in 1729.

Wanneer het wapen precies is ontstaan is niet duidelijk. Zoals gezegd worden de wapens afzonderlijk genoemd in 1729, maar op de bodebus van Ouddorp, gemaakt in 1716 wordt al het gevierendeelde wapen afgebeeld. Op een kaart uit 1701 komt voor Het Oude Landt ook alleen de poort met ruiter voor.

De heraldische omschrijving van het wapen is als volgt:
“Gevierendeeld; het eerste van zilver, beladen met een poort van keel, waaruit is rijdende een ruiter van lazuur, gezeten op een paard van sabel; het tweede van lazuur, beladen met 2 voetboogen door een lint en sautoir zamengebonden, alles van goud; het derde van goud, beladen met een papegaai van sinopel, zittende op een tak geplaatst op een terras, alles van sabel; het vierde van zilver, beladen met eene burgt van keel, staande op een terras van sijnople.”